De geschiedenis van onze beschaving en cultuur is begonnen in Griekenland. Doordat allerlei mensen naar griekenland trokken en zich mengden met de oorspronkelijke bewoners ontstond de Giekse beschaving in Mycene. Ongeveer 1200 vóór Christus vielen allerlei stammen Griekenland binnen en toen bloeide de architectuur op. Er bestond nooit één centrale besturing; het land bestond uit allerlei stadstaten. Ook de Grieken hadden een meergodendom en elke god had zijn eigen tempels.

De bouwkunst
Doordat er veel met hout is gebouwd, is er weinig teruggevonden van de antieke Griekse bouwkunst. Later is met gebruik gaan maken van steen, waardoor deze tempels onze enige bronnen zijn. De tempel was het huis van de god en kon in 3 verschillende stijlen worden gebouwd, nl:
1. De Dorische orde
2. De Ionisch orde
3. De Korintische orde

griekseorden.jpg

 

De Romeinen gebruikten, in tegenstelling tot de Grieken, baksteen en natuursteen voor hun gebouwen. Ook keken ze niet naar schoonheid van gebouwen, maar vooral naar het nut; de gebruikswaarde van een gebouw. De Grieken maakten gebruik van architraafbouw, maar dat hield in dat er veel zuilen nodig waren om het gewicht te dragen. De Romeinen daarentegen hadden de kennis van gewelfbouw en ze ontwikkelden de tongewelven verder tot de kruisgewelven, die uiteindelijk leidde tot de ontwikkeling van koepelgewelven. Ook werden muurvlakken opgevuld om het gewicht te dragen. De tempels werden gebouwd in een mengelmoes van de Griekse stijlen ( Dorisch, Korintisch & Ionisch)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  Neoclassicistiscklassieke architectuur

Samen met de Romeinse architectuur wordt de Griekse bouwkunst weer herontdekt, eerst in de Renaissance en later in het Classicisme.

Madeleine3neoclassisisme.jpg

In zijn puurste vorm bouwt het neoclassicisme direct voort op de bouwkunst van het Oude Griekenland of op het werk van de Italiaanse architect Andrea Palladio

( Minder algemeen bekend is de invloed van de Griekse bouwkunst op de eigentijdse stedenbouw. De zogenaamde gridsteden als Barcelona, Manhattan, Chicago en vele andere steden zijn vaak bewust geïnspireerd op het schaakbordpatroon van de oude Ionische steden als Milete en Priëne.) 

BEROEMDE HISTORISCHE GEBOUWEN

Het Paleis van Versailles(Frans: Château de Versailles) is een kasteel en sinds 1792 een nationaal museum, het Musée des châteaux de Versailles et de Trianon

 

In 1624 werd bij het gehucht Versailles, ongeveer 19 km ten zuiden van Parijs, een jachtslot van rode baksteen en zandsteen voor koning Lodewijk XIII opgetrokken. Zijn zoon Lodewijk XIV zou het uitbreiden tot een reusachtig bouwwerk in een 800 hectare groot domein. De eerste architect was Louis Le Vau. In 1680, onder leiding van de architect Jules Hardouin-Mansart, werd het kasteel enorm vergroot. Het interieur werd door Charles Le Brun ontworpen. Het is een van de grootste kastelen ter wereld, en staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Het kasteel van Versailles was bekend om zijn weelderige hoffeesten en strenge protocol, het is daarom het symbool bij uitstek voor het Ancien Régime. Het paleis bezat 226 woningen en dubbel zoveel appartementen voor een persoon. Men schat dat er op het einde van de regeerperiode van Lodewijk XIV dagelijks ongeveer 3000 tot 10 000 hovelingen in Versailles verbleven. De ene uit nieuwsgierigheid, de andere uit relationele motieven, maar de meeste om hun brood te verdienen. Louis de Rouvroy, de hertog van Saint-Simon bewoonde drie kleine kamertjes, die uitkeken op een onwelriekende binnenplaats, in gebruik als openbaar toilet. Zijn studeerkamer was een hok zonder licht. Toch werd hij door het hele hof benijd.

Het kasteel, de voornaamste residentie van de Franse koning, was ook het regeringscentrum en het militaire hoofdkwartier van Frankrijk. Tot het domein behoren onder andere:

  • Het kasteel zelf
  • De Franse tuin
  • "Les grandes écuries": de grote stallen
  • "Les petites écuries": de kleine stallen
  • Het Groot Trianon: een reusachtig tuinhuis
  • Het Klein Trianon: een lustslot in de tuinen
  • "Le Hameau de la Reine": het dorpje van de koningin
  • De grote ommuurde "potagerie" (moestuin) van de koning (nog steeds in gebruik)
  • Het "Grand Quarré des Offices-Commun": dit bood onderdak aan een 600-tal hovelingen
  • "La salle du Jeu de Paume": de kaatsbaan waar in 1789 de befaamde eed werd afgelegd
  • De Oranjerie

De Sint-Pietersbasiliek (Italiaans: Basilica di San Pietro) is een katholieke kerk en basilica majoraan het Sint-Pietersplein in Vaticaanstad. De kerk werd tussen 1506 en 1626 gebouwd in late renaissance - barokarchitectuur op de plaats van het vroegere Circus van Nero in Rome, waar volgens de overlevering de apostel en eerste Paus, Petrus, gekruisigd en begraven werd. Het is een belangrijk bedevaartsoord voor katholieken en geldt als de eerste van de zeven pelgrimskerken van Rome.

In het voorportaal of narthex staan aan weerszijden twee beelden van Karel de Grote en Keizer Constantijn de Grote, die de christenen godsdienstvrijheid verleende met het Edict van Milaan. De ruimtes waarin de beeldhouwwerken staan, zijn niet toegankelijk voor het publiek.

Op het plafond boven de middelste deur van het portaal bevindt zich een 17e-eeuwse kopie van een middeleeuws mozaïek, waar Petrus door Christus wordt aangespoord over het water te lopen.

In de kerk bevinden zich vier grote steunpijlers versierd met nissen met grote beelden van de vier heiligen Longinus, Helena, Andreas en Veronica, gemaakt door onder andere Bernini. In iedere pilaar zijn erboven ook nissen met beelden en een balkon.

Momenteel bevinden zich in de Sint-Pieter 395 beelden, 44 altaren en 135 mozaïeken.

 

Crystal Palace

In 1851 zal in Londen een wereldtentoonstelling worden gehouden. Deze tentoonstelling moet in één gebouw worden ondergebracht. Het moet dus voldoende ruimte bieden aan het overzicht van de vorderingen van de mensheid in de 19de eeuw. De organisatoren van deze tentoonstelling schrijven een prijsvraag uit. Er komen zo'n 250 ontwerpen binnen. Wanneer het comité klaar is met het schiften van de ontwerpen, het geruzie en het bijstellen van het uiteindelijk gekozen plan, blijkt er te weinig tijd te zijn om dat plan ook uit te voeren. Dan wordt John Paxton geraadpleegd. Paxton heeft een aantal grote broeikassen en kleine bruggen gebouwd. Binnen enkele dagen komt hij met een plan.  

Paxton past het systeem van de kassenbouw toe. In een fabriek zullen gelijkvormige gietijzeren elementen worden vervaardigd. Op de bouwplaats zullen ze aan elkaar worden gemonteerd tot een kolossaal bouwwerk van 555 meter lengte en 135 meter breedte. Binnengaanderijen op de eerste verdieping zullen de expositieruimte nog vergroten. In de ijzeren elementen wordt 81.000 m' glas geplaatst. Het bouwwerk is binnen negen maanden voltooid. De ruimte- en lichtwerking is enorm. Het heeft diepe indruk gemaakt op ieder die de wereldtentoonstelling bezocht. (Na de tentoonstelling is het gebouw afgebroken en in Zuid- Londen weer opgebouwd. In 1936 wordt het Crystal Palace door brand totaal verwoest.)