Muziek is een kunstvorm die gebruikmaakt van klanken, geschikt in een bepaalde tijdsduur. Om muziek te maken wordt gebruikgemaakt van de elementen toonhoogte, ritme, geluidssterkte (muzikale dynamiek), klankkleur en textuur (monofonie, polyfonie e.d.), maar ook stilte. Het woord is afgeleid van het Griekse μουσική (mousikè), 'kunst van de Muzen'.

 

Voor zover bekend hebben alle culturen in alle tijden muziek gekend, maar omdat deze kunst op verschillende plaatsen en in verschillende tijden steeds weer anders beoefend (en ervaren) werd en wordt, is er geen eensgezindheid omtrent de definitie van muziek: wanneer is iets muziek en wanneer niet? Het uiteindelijke antwoord op deze kernvraag verschilt bij de diverse muziektheoretici en filosofen. Dit verklaart wel de grote verscheidenheid aan muziekstijlen door de tijden heen, in diverse (sub)culturen.

 

Het is echter wel een onomstreden feit, dat het bij muziek altijd om het hoorbare (of het ontbreken daarvan) gaat, in tegenstelling tot het zichtbare in de beeldende kunsten. Muziek is een tijdskunst, met hoorbare (geluiden, klanken, tonen) of onhoorbare (stiltes, pauzes) elementen in opeenvolging of tegelijkertijd. Daarnaast worden geluiden alleen tot muziek gerekend als iemand de bedoeling heeft muziek te maken. Muziek kan dus niet 'per ongeluk' worden gemaakt. Daarmee is muziek nauw verwant aan poëzie, waarbij de beide elementen van zichtbaar en hoorbaar verenigd worden, hetgeen bij geschreven muziek eveneens het geval is. Een ander woord voor muziek (als creatie) is toonkunst

 

 

Ritme

Het primaire element, dat in alle muziek voorkomt, is het element van verandering in de tijd, de opeenvolging van klanken. Er is sprake van ritme  wanneer deze opeenvolging zodanig gebeurt, dat er een hoorbare structuur ontstaat, die soms bijna fysiek beleefd kan worden. Er ontstaat een beleving van een tel, een dansbaar gegeven. De primaire sociale context van muziek is dan ook de dansbare muziek, in tegenstelling tot de luistermuziek, die een meer abstracte vorm vertegenwoordigt.

Muziek is een vorm van geluid. Om te kunnen begrijpen wat muziek precies is en hoe het werkt, is het handig om te weten hoe geluid ontstaat.

Het ontstaan van geluid
Geluid hoor je als de lucht trilt. Lucht bestaat uit heel kleine stukjes die rondzweven. Dit noemen we luchtdeeltjes

 

Bij het spelen op een muziekinstrument wordt de lucht ook op verschillende manieren in trilling gebracht. Daarom klinkt elk instrument anders. Bij een viool gaat de lucht bijvoorbeeld trillen door middel van een snaar. Bij een hobo gebeurt dit met een riet en bij een hoorn door een mondstuk.

Op de instrumenten kunnen verschillende tonen worden gespeeld. Gelukkig maar, want steeds dezelfde toon is maar saai. Je kunt hoge en lage tonen spelen. Of snelle en langzame tonen. Een bepaalde combinatie van deze tonen vormt samen een melodie en zo ontstaat muziek.

 

 

 

Afhankelijk van de snelheid van de tel, kan men spreken over snelle, dan wel langzame muziek. Toch zal in het algemeen de snelheid van de tel zich in het gebied van de snelheid van de hartslag bevinden (variërend van circa 40 tot 200 slagen per minuut), hetgeen de lichamelijke werking van ritme ook enigszins verklaart.

Wordt onder metrum in de poëzie een herhaald patroon in de taalaccenten verstaan, het begrip ritme is, zowel in de poëzie als in de muziek, veelomvattender. Ook steeds wisselende, nimmer zich herhalende patronen kunnen als ritme ervaren worden, mits er een waarneembare tel is. Meestal echter is er sprake van een cyclus van een bepaald aantal tellen, die steeds herhaald wordt. In de klassieke muziek wordt dat de maatsoort genoemd. In andere tradities kent men vergelijkbare concepten, zoals in India: de tala.

Muziek

 

 
 

Muziek is een kunstvorm die gebruikmaakt van klanken, geschikt in een bepaalde tijdsduur. Om muziek te maken wordt gebruikgemaakt van de elementen toonhoogte, ritme, geluidssterkte (muzikale dynamiek), klankkleur en textuur (monofonie, polyfonie e.d.), maar ook stilte. Het woord is afgeleid van het Griekse μουσική (mousikè), 'kunst van de Muzen'.

Voor zover bekend hebben alle culturen in alle tijden muziek gekend, maar omdat deze kunst op verschillende plaatsen en in verschillende tijden steeds weer anders beoefend (en ervaren) werd en wordt, is er geen eensgezindheid omtrent de definitie van muziek: wanneer is iets muziek en wanneer niet? Het uiteindelijke antwoord op deze kernvraag verschilt bij de diverse muziektheoretici en filosofen. Dit verklaart wel de grote verscheidenheid aan muziekstijlen door de tijden heen, in diverse (sub)culturen.

Het is echter wel een onomstreden feit, dat het bij muziek altijd om het hoorbare (of het ontbreken daarvan) gaat, in tegenstelling tot het zichtbare in de beeldende kunsten. Muziek is een tijdskunst, met hoorbare (geluiden, klanken, tonen) of onhoorbare (stiltes, pauzes) elementen in opeenvolging of tegelijkertijd. Daarnaast worden geluiden alleen tot muziek gerekend als iemand de bedoeling heeft muziek te maken. Muziek kan dus niet 'per ongeluk' worden gemaakt. Daarmee is muziek nauw verwant aan poëzie, waarbij de beide elementen van zichtbaar en hoorbaar verenigd worden, hetgeen bij geschreven muziek eveneens het geval is. Een ander woord voor muziek (als creatie) is toonkunst.

 

 

Toonhoogte

Het tweede element in de muziek is de toonhoogte van de klank. In verschillende culturen en verschillende tijden, zijn verschillende systemen ontstaan, om met toonhoogte om te gaan, meestal resulterend in een bepaalde toonladder, stemming, harmonische voorkeur of octaafverdeling. Daardoor wordt de sfeer van een muziekstuk beïnvloed

 

Melodie

 

Een melodie is een opeenvolging van toonhoogtes, die door de combinatie met het ritme een bepaalde muzikale gestalte vormt, meestal met de lengte van een ademhaling, of van een gesproken zin in de taal. In tegenstelling tot het meestal doorlopende ritme is de melodie een soort muzikale gedachte, met een specifiek karakter, en met een duidelijk begin en eind

 

Harmonie

Onder harmonie wordt in de breedste zin des woords verstaan: de samenklank van verschillende klanken of tonen. In de Europese klassieke muziek is de harmonieleer ontstaan, die de zinvolle opeenvolging van akkoorden beschrijft. Ook jazz en popmuziek maken gebruik van akkoorden

 

 

Klankkleur

Elke muziek maakt gebruik van specifieke klankkleuren ofwel timbres, meestal door middel van het gebruik van specifieke muziekinstrumenten, of door de balans tussen verschillende klanken op hetzelfde instrument. De zogenaamde instrumentatie vertegenwoordigt dan meestal ook het esthetische ideaal van een bepaalde stijl. Tevens kan worden opgemerkt, dat een dergelijke esthetiek ook samenhangt met de wijze van luisteren. In veel Afrikaanse en Aziatische muziek bijvoorbeeld, luistert men meer naar de boventonen dan naar de grondtonen. Tonen maken deel uit van het begrip "muziek", ze zijn de primaire impulsen die ons gehoor stimuleren.

Klankkleur wordt bepaald door de samenstelling van het boventonenspectrum. Net zoals bij licht de spectrale samenstelling van belang is voor de kleur die we waarnemen, is bij de klankkleur de combinatie van frequenties waaruit een klank is opgebouwd van belang. In bijvoorbeeld de menselijke stem kan men door een "oe" te zingen of uit te spreken een 'donkere' klank (met weinig hoge boventonen) produceren, en door bijvoorbeeld een "ie" uit te spreken (meer hoge boventonen) een 'helderder' klank maken. Omdat elke menselijke stem daarnaast net even iets andere stembanden heeft en net iets afwijkende trillingsfrequenties afgeeft krijgt elke stem een specifieke klank. Aan die specifieke klank kan men ook mensen herkennen

Maak jouw eigen website met JouwWeb