Cabaret (kleinkunst)

 

Cabaret (uit het Frans, van Middelnederlands "cambret", van Oudfrans "camberete", diminutief van "cambre" (“chamber”), van Latijns "camera", van Oudgrieks "καμάρα" (kamara, “gewelfde kamer”)) is een vorm van entertainment die vaak bestaat uit een combinatie van komedie, zang, dans, poëzie en theater. Iemand die aan cabaret doet noemt men een cabaretier (man) of cabaretière (vrouw). Cabaret wordt meestal opgevoerd in theaters, maar men kan het ook aantreffen in bijvoorbeeld nachtclubs.

Cabaret was oorspronkelijk een term ter aanduiding van een 'kroeg' die echter geleidelijk een gunstigere klank kreeg. In 1881 opende de literair-muzikale Club des Hydropathes op Montmartre de sociëteit Le Chat Noir, welke gebeurtenis geldt als de geboorte van het cabaret litéraire of artistique.

De leden exposeerden eigen werk of droegen het voor en discussieerden. Grote aandacht trokken vooral de chansons van en door Aristide Bruant, Jouy, Macnab en anderen - meestal doortrokken van spot en aanklacht.

In essentie was het hedendaagse cabaret daar al aanwezig. Cabaret is creatief-ondernemend; het zoekt naar nieuwe (of vergeten oude) uitingsvormen en technieken. Verder is het fragmentarisch: het werkt als puntdichten en aforismen. Het vereist nauw contact met het publiek, waarvan het veel eist: aandacht, gevoel voor humor, een lenige intelligentie. Voorts dient het boven zijn stof te staan; ideaal cabaret is beschouwelijk, ironisch. Naar de vorm wijzigde het zich in de loop der jaren tot cabaret-theater.

De tweede bloei van het Franse cabaret brak door na 1945 dankzij een weelde aan talent, schrijvend en uitvoerend. Saint-Germain-des-Prés was het centrum. Tot de grootste verschijningen behoren het gezelschap Grenier-Hussenot (theater), de Frères Jacques (zang en mime) en de groep van Yves Joly (spel van voorwerpen

 

Soorten cabaret

Cabaret valt grofweg in de volgende tien soorten te onderscheiden. Dit zijn echter gekunstelde scheidslijnen; cabaretvoorstellingen zijn dikwijls een samenstelling van elementen uit de verschillende soorten.

Literair satirisch
de cabaretier speelt met taal, soms is dat poëtisch, maar soms is hij/zij keihard en hatelijk.
Voorbeeld: Wim Sonneveld, Herman Finkers.
maatschappijkritisch
de cabaretier analyseert op eigenzinnige wijze actuele, maatschappelijk en politieke gebeurtenissen.
Voorbeeld: Wim Kan, Freek de Jonge, Theo Maassen, Javier Guzman
verhalend
de cabaretier vertelt een, meestal licht absurd, verhaal met een moraal erin verpakt.
Voorbeeld: Youp van 't Hek, Harrie Jekkers
muzikaal
de cabaretier speelt met muziek, bijvoorbeeld door bekende melodieën te verdraaien of te combineren.
Voorbeeld: Hans Liberg, Kees Torn
nonsens
de cabaretier vertelt (schijnbaar) onzinnige en absurde verhaaltjes en speelt idiote typetjes.
Voorbeeld: Hans Teeuwen, Urbanus, Najib Amhali, Bert Visscher
fysiek
in de voorstelling ligt de nadruk minder op tekst, maar meer op acrobatische stunts en grappen met voorwerpen en apparaten.
Voorbeeld: Waardenberg en De Jong, Schudden en de Ashton Brothers.
Sit-downcomedy
hier onttrekt de cabaretier zich aan zijn 'door de lach bevrijdende' rol. Met het omzeilen van lach en applaus, ziet de cabaretier af van zijn ontladende functie en verwijst hij het publiek naar zichzelf, waardoor het publiek ophoudt publiek te zijn en wordt teruggeleid naar de eigen zelfstandigheid. Voorbeeld: het Spinvis-pauzeprogramma in de theatertournee van 2005.
stand-upcomedy
vergeleken met het Nederlandse cabaret is het theatrale element bij stand-upcomedy beperkt. In plaats van langere nummers en muzikale onderdelen bestaat het slechts uit korte humoristische anekdotes.
Voorbeeld: Raoul Heertje, Jörgen Raymann.
Zap-cabaret
er wordt binnen een voorstelling snel geschakeld tussen diverse vormen van cabaret, typetjes of liedjes.
Voorbeeld: De Vliegende Panters, Jochem Myjer.
cabaret op maat
de cabaretier is te gast bij een overheid, instelling, of bedrijf en richt zijn satire op het onderwerp ter plekke

 

Cabaret is de overkoepelende definitie voor entertainment bestaande uit komedie, theater, zang en dans, over het algemeen opgevoerd in theaters. De voorstelling die een cabaretier brengt is over het algemeen tot in detail uitgedacht, zelfs op het oog onschuldige foutjes (licht valt uit, microfoon piept, iemand in het publiek krijg een hoest-aanval) zijn vaak al op papier gezet. Omdat een cabaret show al behoorlijk vaststaat is er zelden interactie met het publiek. Enkele bekende Nederlandse caberetiers zijn Hans Teeuwen, Herman Finkers, Wim Sonneveld, Bert Visscher en Youp van ‘t Hek.

Bij stand-up comedy is het podium vaak gevuld met slechts een microfoon en een persoon die met een heel arsenaal grappen en anekdotes op zak deze ten gehore brengt. Stand-up comedy kent over het algemeen geen lange verhaallijnen zoals dit bij cabaret vaak wel het geval is. Cabaret elementen als muziek, zang en dans komen bij stand-up comedy eigenlijk niet voor, de verteller moet vooral erg ad rem zijn, omdat hier juist interactie met het publiek wel erg belangrijk is. Stand-up comedy zie je juist niet in de theaters maar over het algemeen in café’s. Omdat de interactie bij stand-up comedy veel voorkomt, komt het geregeld voor dat de sprekers door het publiek van het podium afgejaagd wordt.

Stand-up comedy is vooral groot in Amerika en Engeland, In Nederland zijn Raoul Heertje en Jörgen Raymann bekende stand-uppers.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb