Kleding is lichaamsbedekking voor mensen, in essentie nodig voor het behoud van lichaamswarmte. Andere mogelijke redenen voor het dragen van kleding in het algemeen of van speciaal ontworpen kleding:

  • Het bieden van bescherming bij bepaalde beroepsuitoefening.
  • Het herkenbaar maken van het uitoefenen van een beroep of bedrijfsimago.
  • Het uitdrukken van status.
  • Het voldoen aan maatschappelijke verwachting.
  • Het verhullen van lichaamsdelen die misvormd of beschadigd zijn.
  • Het zich onderscheiden van anderen.
  • Het aantrekkelijk overkomen voor het andere geslacht.
  • Het verhullen van lichaamsdelen die seksueel opwindend kunnen zijn

Kledingvoorschriften zijn niet alleen tot officiële partijen of specifieke situaties beperkt. Enkele voorbeelden van situaties waarvoor soms een kledingvoorschrift geldt zijn:

  • Een bal of gala waarbij heren in rokkostuum en dames in een galajurk verschijnen;
  • Een houseparty waarbij van feest tot feest de voorschriften kunnen wisselen;
  • Een advocatenkantoor waarbij de daar werkzame heren in pak en dames in mantelpak gekleed gaan;
  • Een reclameontwerpbureau waarbij de kleding een zekere creativiteit of individidualiteit moet uitstralen;
  • Een kantoor van een industriële onderneming (netjes maar niet noodzakelijkerwijs in pak);
  • Een school, waar "extravagante" of "uitdagende" kleding en kapsels geweerd worden.

 

Mode (ook het Engelse woord fashion wordt gebruikt) is de manier waarop kleding, kledingstijlen en opvattingen of een bepaald taalgebruik (uitdrukkingen) op een bepaald moment in de tijd leuker worden gevonden. Ook specifieke kleding of een kledingstijl die wordt gedragen kan zo heten. Ook heeft het woord een meer avant-gardistische betekenis. Mode was vroeger dat wat 'voorgeschreven' werd door de modehuizen, maar tegenwoordig meer en meer een afspiegeling van op straat ontstane kledingstijlen die dan door de stijlbureaus en mode bedrijven opgepikt worden. Vaak is het op het moment zelf niet helemaal duidelijk hoe het modebeeld is. Pas achteraf wordt iets herkend als de mode van bijvoorbeeld de jaren '50 (petticoat, vetkuif).

De modeshows in het prêt a porter seizoen, bepalen het modebeeld van het komende jaar, althans, wat in de winkels gaat hangen. Of het een echte trend wordt, ligt aan de mensen die de kleding kopen en de manier waarop media er over schrijven. Meestal duurt het een tijd voor iets een trend wordt, en in de mode komt, omdat mensen gewoonweg niet zo snel overstappen op een andere wijze van kleden.

Belangrijke modecentra zijn onder andere Parijs, Milaan en New York, waar de belangrijkste ontwerpers hun creaties op de catwalk laten zien. De erkende haute couture shows vinden vrijwel alleen in Parijs plaats.

Bovenstaande mode foto is geinspireerd op dit schilderij:

"Het vlot van de medusa"uit de 18'eeuw van de schilder Géricault

Mode bestond al in verschillende culturen in de Oudheid. In de middeleeuwen had de adel prachtige kleding, terwijl het gewone volk in lompen gehuld was. De stand waartoe iemand behoorde bepaalde de wijze van kleden. Bijgevolg kon iemands sociale klasse en positie in de maatschappij worden afgelezen aan de kleding. Deze code verviel na de Franse Revolutie. Door het wegvallen van een dwingende norm ontstond pas echt zo iets als mode in de vorm van een richtsnoer, een na te streven model. Ook het ontstaan van merkkleding is aldus te verklaren. Strenge kledingvoorschriften gelden nu nog in formele omgevingen (leger, politie, sommige bedrijven), zijn strikt bepaald door religies zoals bij de Quakers, Joden en in de Islamcultuur) en worden gerelateerd aan etnische minderheden

Haute couture is het hoogtepunt van mode, ontworpen door modeontwerpers die voor een selecte markt werken. Er worden slechts één of soms enkele exemplaren van de kledingstukken gemaakt, die op maat worden gemaakt voor de drager ervan. Alle couturestukken worden dan ook met de hand gemaakt van de fijnste stoffen en met gebruik van de meest verfijnde technieken. Dit is dan ook het verschil met de zogenaamde prêt-à-porter of confectiekleding, mode die gewoon klaar is om te dragen, dus niet op maat. De prêt-à-porter is vaak een vertaling van de haute couture naar het dagelijkse leven: lange avondjurken, met soms extravagante details en stoffen worden als het ware 'draagbaar

De haute couture is ontstaan in de tweede helft van de 19e eeuw doordat de Engelse couturier Charles Frederick Worth geen kleding maakte op verzoek van klanten, maar eigen collecties ontwierp. Die werden dan weer gepresenteerd aan rijke vrouwen die hun eigen stof toevoegden aan zijn ontwerpen.

Vanouds komt de haute couture uit Frankrijk (Parijs), maar tegenwoordig steeds meer uit steden als New York, Londen en Milaan. Een modeontwerper die haute couture maakt, wordt haute couturier genoemd. Slechts een kleine groep modeontwerpers in Frankrijk mag zich haute couturier noemen. Daarvoor moet de ontwerper in kwestie benoemd worden door de Chambre Syndicale de La Couture. Zij kent de titel haute couturier slechts toe wanneer de ontwerper voldoet aan volgende voorwaarden:

  • Kleding moet in eigen ateliers vervaardigd worden.
  • In de ateliers moeten minimaal 12 personen werken.
  • Twee keer per jaar moet hun collectie gepresenteerd worden op de catwalk, met ten minste 50 verschillende, nieuwe kledingstukken per model.
  • De kleding moet getoond worden door ten minste 3 mannequins.
  • Er moet een speciale ruimte zijn waar kleding aan vaste klanten getoond kan worden

Maak jouw eigen website met JouwWeb